maandag 21 maart 2016

Guadeloupe tot en met Anguilla

We hebben Femke 19 maart gesproken, haar blog over Dominica volgt later. Wij beginnen op het punt waar Femke van boord is gegaan om terug naar Nederland te vliegen.

We hebben Femke met ons schip naar het zuiden van St Lucia gebracht omdat aansluitingen per vliegtuig of ferry op haar vlucht zo slecht waren dat ze in het beste geval 36 uur moest wachten (een omweg met ons schip van 250NM). Nadat we haar op de luchthaven hadden afgezet zijn we te voet terug naar Vieux Fort gegaan waar ons schip lag, onderweg wat oude lokale drinkgelegenheden bezocht en daarvan genoten.

De volgende dag (4 februari) anker op, helaas bleek de motor van onze ankerlier kapot te zijn en moesten we handmatig lieren. Die motor had ik al eens in Portugal gerepareerd, nu was de boel dermate heet geworden dat reparatie onmogelijk was. We hebben koers gezet naar Martinique het gebied Le Marin waar veel charters en werven zijn om een nieuwe motor voor de lier te krijgen. Aangekomen in Martinique hebben we enige dagen vergeefs gespendeerd om een nieuwe motor te krijgen, daarna een motor in Engeland besteld en laten invliegen naar Guadeloupe de plaats Fort de Bas. We zijn 10 februari 2016 daar aangekomen om die motor af te halen, na plaatsing van de motor doet de ankerlier het weer voortreffelijk. De plaats zelf vonden we niet geweldig, daarom op 12 februari naar Iles des Saints (eilandjes behorende tot Guadeloupe) gevaren en daar een leuke tijd gehad. Veel gesnorkeld en op een eiland ook veel gelopen, de sfeer was genoeglijk.
Vanuit Iles des Saines zijn we naar de baai Delhaise in het noorden van Goadeloupe gevaren, het was een “normale” baai met bijbehorend plaatsje. Het werd tijd voor een ander land, op 17 februari aangekomen op het eiland Antigua in de baai English Harbour.

Antigua vormt samen met het eiland Barbuda het land “Antigua & Barbuda”. Antigua is een geweldig land met veel riffen, baaien en hike mogelijkheden, ook zijn daar veel fregatvogels en op Barbuda zit een hele kolonie. We zien in de hele Carieb al fregatvogels, die vogels zweven en hebben de meest extreme verhouding tussen spanwijdte van de vleugels en het lage lichaamsgewicht, hoewel zij vis eten kunnen ze niet in het water landen omdat ze dan niet meer kunnen opstijgen, ze vissen door laag over het water te vliegen en met de lange snavel vis uit het water te pikken. We hebben op Antigua behoorlijke afstanden gelopen en ook wat geitenpaden gevolgd. English harbour is een plaats waar veel superyachts liggen, zowel motor als zeil. Je moet dan denken aan schepen vanaf 70 meter lengte die voor privé doeleinden worden gebruikt. We zijn op 21 februari naar de baai “Deep Bay” en op 23 februari naar de hoofdstad “St John” op Antigua gevaren.
Uiteraard weer de nodige afstanden gelopen langs woeste kusten, gezwommen en gesnorkeld. Weer tijd voor een nieuw land:


Antigua, kust









St Kitts & Nevis: een land dat bestaat uit die twee eilanden, St kitts kennen wij als St Christopher.
Op 25 februari zijn wij op Nevis aangekomen waar wij bij de hoofdstad Charlestown voor anker zijn gegaan. Nevis is een eiland dat wij zeer gewaardeerd hebben, de mensen zijn uitermate vriendelijk en relaxed, het hele eiland straalt dat uit. We hebben ook in het noorden bij Oualie beach voor anker gelegen.
Op de 28ste zijn we naar het zuiden van St kitts gegaan, in Whitehouse bay voor anker. Een mooie ankerplaats met goede snorkelspots. Op 1 maart zijn we naar de hoofdstad Basse Terre gevaren, het was dermate teleurstellend (verpest door cruiseship toerisme) dat we de dag daarop vertrokken zijn naar Statia.

Statia (St Eustatia) en Saba. Die twee eilanden zijn Nederlandse gebiedsdelen met als voertaal Engels en munteenheid de US dollar, als je meldt dat ze Nederland zijn vinden zij van niet en leggen je omstandig uit dat ze zelfstandig zijn. Op 2 maart zijn we aangekomen in Oranjestad op het eiland Statia. Omdat het veel met Nederland te maken heeft een kort stukje geschiedenis.

Statia is een klein eiland met een rijke historie, met name tussen 1700 en 1800 beleefde Statia haar gouden eeuw. In die jaren vochten de Europese landen om verschillende eilanden die daardoor van hand tot hand gingen en Statia (op dat moment Nederland) was een neutraal land. Daardoor kon Statia met de vechtende partijen handel drijven (die partijen hadden handelsembargo’s met elkaar), alle producten die Statia verkocht weren gelabeld als geproduceerd in Statia, uiteraard waren die producten daar niet geproduceerd. Een voorbeeld: Statia produceerde per jaar 60 duizend pond suiker maar exporteerde 20 miljoen pond suiker per jaar, gelegaliseerde smokkelarij. In die tijd bestond Amerika uit de “Koloniën” die vergeven waren van belastingen en importheffingen, ook dat stimuleerde de handel op Statia. Statia stond bekend als de “Gouden Rots”. In de hoogtijdagen kwamen er 3.000 schepen per jaar om handel te drijven. Er is nog veel meer te vertellen over de geschiedenis, kijk eens op internet, erg leuk.
 Wilde rubberboom langs trail


Ankerplaats Statia met Saba in de verte
Wij zijn zeer gecharmeerd van Statia, een gemoedelijk klein eiland met veel trails. Het eiland heeft een oude vulkaan, natuurlijk zijn wij via trails naar de kraterrand gegaan. Op de tocht naar de kraterrand zijn we honderden heremietkreeften tegengekomen die telkens in hun schelp een stuk naar beneden rolden op de steile helling, we vragen ons nog steeds af hoe die ooit boven zijn gekomen. Het leuke is dat in de krater een tropisch regenwoud is ontstaan omdat daar de wolken continue boven hangen en leeg regenen. Als je van de ankerplaats naar Oranjestad wilt moet je via de oude steile slavenweg (niet alles is iets om trots op te zijn) naar boven, de stad is klein en gemoedelijk met een oud fort en andere bezienswaardigheden uit het verleden. Het snorkelen is fantastisch, een honderd meter uit de kust ligt een oude stadswal onder water die nu rijk door tropische vissen wordt bevolkt. Anneke heeft op Statia ook weer een duik gemaakt om de onderwaterwereld tot 20 meter diepte te verkennen. Een minpuntje volgens ons is dat Statia wordt gebruikt als olieopslagplaats, je ziet er niet veel van, het is goed gecamoufleerd in de bergen maar het hoort daar niet thuis, ik begrijp dat Statia inkomsten moet genereren.

Op 7 maart zijn we naar Saba gevaren en aan de zuidkust een mooring opgepikt. Normaal doe je dat aan de westkust maar vanwege de enorme swell uit het noorden en de harde wind uit die richting was dat niet mogelijk, op onze plaats in het zuiden rolde het schip al enorm. Saba is een klein eiland, eigenlijk een rots in de zee waar het op circa 250 meter hoogte het leven begint, met andere woorden kliffen die erg hoog zijn. Aan de westkant van het eiland kun je via de “ladder” omhoog een uit de rotsen gehakte trap van 800 treden die in vroeger tijden werd gebruikt om alles omhoog te krijgen, aan de zuidkant is tegenwoordig een zeer steile weg die je 250 meter omhoog brengt. Die weg hebben wij diverse keren gelopen, bijzonder uitputtend. Saba noem ik het eiland van de mooie natuur, trails en duik/snorkel spots. Het walhalla voor actieve wandelaars. Op Saba wonen een paar duizend mensen en heeft twee steden/plaatsen: The Bottom op circa 250 meter hoogte en Windward op circa 350 meter hoogte.
Wij hebben trails gelopen, de meest vermoeiende was naar de top van het eiland circa 900 meter hoog via een trail die behalve stijgende paden 1064 steps (tredes uitgehakt in rots) bevatte. Saba heeft het hoogste punt van Nederland.

Hoogste punt van Saba en twee foto's van een stukje trail 

Na een mooie tijd op Saba zijn we op 11 maart naar St Maarten gevaren, een eiland waar het noorden Frankrijk toebehoort en het zuiden Nederland. We zijn gaan ankeren in de Simson baai en met de bijboot telkens de lagune ingevaren. St Maarten kon ons niet bekoren, de thuishaven van veel superyachts, veel toerisme, te “plastic”. Wel fantastisch was een enorme Carrefour supermarkt, die hadden we al maanden gemist, we hebben dan ook flink ingeslagen en alleen daarom was St Maarten al de trip waard. Uiteraard moesten we dit eiland bezoeken omdat het toch Nederland is.

Anguila: op 16 maart zijn we naar het eiland Anguila (Road bay) gevaren (onderdeel van Engeland), morgen 22 maart gaan we naar de Virgin islands (Maagden eilanden).
De Engelsen hadden vroeger ook Nevis en St Kitts; bij de verzelfstandiging (in 1967) wilden ze daar Anguila ook aan toevoegen maar daar hadden de eilanders geen trek in en na vele protesten van die eilanders is het dus Engeland gebleven. Protesteren is wellicht wat zwak uitgedrukt: St Kitts zou het belangrijkste eiland worden en had al een politiemacht op Anguilla gevestigd, de eilanders beschoten telkenmale die politiepost. De Anguillianen waren vanwege hun geschiet bang voor een invasie vanuit Kitts en besloten daarom Kitts maar aan te vallen, met wat vissersschepen zijn ze naar het eiland Kitts gevaren en aan land gegaan. Het werd een volledig fiasco, gelukkig geen doden. Amerikanen bedachten mooie plannen om Anguilla te financieren, de Britten hadden de onterechte indruk dat het eiland door de Mafia was overgenomen en heeft in 1969 een gewapende invasiemacht naar het eiland gestuurd die daar bij de kust alleen een paar verbaasd kijkende geiten tegenkwam. Genoeg historie, alle eilanden hebben een wetenswaardige historie die interessant is.
In de hele Carieb zijn de mensen zeer gelovig en vind je de meest prachtige kerkgenootschappen, leuke boodschap. Deze een van Anguilla.
Dit is een reclamebord van een begrafenisondernemer in Anguilla, de grote letter "R" is zijn trademark

Het kantoor van de politie in Anguilla, let op de hond en op Anneke, je zou de eilanders bijna van humor verdenken

We zijn nu 5 dagen op Anguilla, (hierboven wat foto's van zaken waarvan wij kunnen genieten) het bevalt ons hier prima en liggen lekker rustig achter ons anker in de baai en zien weer veel schildpadden rondom de boot zwemmen. Uiteraard weer veel gelopen en bezichtigd. Bijzonder is dat het concept stad of dorp hier onbekend is, je vindt geen centrum met winkels, die zijn hier en daar langs wegen. Wel vind je op twee plaatsen een grotere concentratie van huizen maar niet met een stratenplan of iets dergelijks. De mensen zijn uitermate vriendelijk en de stranden zijn van zeer fijn zand.
We kijken uit naar de Virgin Islands waar we morgen naartoe gaan, een tocht van 90NM, we vertrekken in het begin van de middag en zullen dan de dag daarop in de ochtend aankomen. Vanuit de Virgins maken we ons volgende blog.