Fiji!
Sjoerd vertrok 3 september terug naar Nederland. Wij hadden
tot nog toe alleen de Mamanuca en Yasawa eilanden gedaan. Nu werd het dus hoog
tijd om de rest van Fiji te gaan verkennen. Wij zijn vanuit Vuda Marina langs
de noordkant van het grote eiland, Viti Levu, gevaren. Wat opvalt is dat het
landschap verandert. De oostkant van Fiji is de regenkant+ de westkant is
duidelijk droger. Zoals eerder vermeld zijn op Viti Levu veel suikerrietvelden.
We hebben dan ook veel rookwolken gezien van het afbranden van die velden.
Nadeel is dat je veel zwarte rommel op je boot krijgt. In de laatste baai van
Viti Levu waar wij lagen, Naso bay, lagen wij alleen. Vrijwel direct nadat we
ons anker hadden laten vallen, kwam er een man op een klassiek vlot naar ons
toe. Dat vlot viel zo ongeveer uit elkaar; hij was dan ook blij met wat oud
touw van ons. Hij nodigde ons uit om naar zijn dorp te komen, boven op de berg.
Vanwege de gunstige wind naar het eiland Ovalau, de volgende dag, hebben wij
daar geen gehoor aan gegeven, hoewel we dat wel jammer vonden.
De wind voerde ons naar Levuka op Ovalau. Levuka is de oude
hoofdstad van Fiji. Je vindt daar vele koloniale gebouwen, het eerste
postkantoor van Fiji, et cetera. Het stadsgezicht (dorpsgezicht) is Unesco
erfgoed. Helaas zijn veel gebouwen in een staat van verval. Het doet echter nog
behoorlijk Engels aan.
Ook hier weer dames die hun verbouwde groenten verkopen.
Bijzonder is dat ze bladen van varens en ook varenknoppen verkopen. Zij eten
die inderdaad.
Je hebt een aantal restaurantjes en ook het oudste hotel van
Fiji
Wij hebben genoten van Levuka. Wij kwamen aan op een
vrijdagmiddag. De generator, die het hele stadje van stroom voorziet, maakt wel
continu herrie, maar dat konden we wel verdragen. Zondag zijn we naar de kerk
geweest. Wij zijn, gedurende de dienst, zeker 3 keer bedankt voor onze
aanwezigheid. Ook werd gebeden voor onze veiligheid tijdens onze reis. Toch wel
heel bijzonder.
Het eiland Ovalau is, zoals vele eilanden in Fiji,
vulkanisch. In de kratermond ligt tropisch regenwoud, met daarin ook een dorp,
Lovoni. Je mag niet zomaar naar Lovoni gaan en dan rondlopen; je moet eerst
toestemming hebben van de chief. Wij
hebben een taxi naar boven genomen. Onze taxichauffeur kende een aantal lokale
mensen. Hij vroeg een jonge vrouw om ons onder haar hoede te nemen. Wij hadden
Kavawortels meegenomen, die we al in Nadi op de markt gekocht hadden. Dat is
een traditioneel geschenk, wat eerst aan de chief aangeboden moet worden. Als
dat geaccepteerd wordt, krijg je toestemming om het dorp te bezoeken. Zij nam
ons mee naar de vervanger van de chief; de chief zelf was afwezig.
Na een praatje mochten we onze weg, in aanwezigheid van onze
gids, vervolgen. Het is een dorp met 3 kernen, of eigenlijk zijn het 3 dorpen.
Men leeft hier in extended families; het zijn waarschijnlijk dus 3
verschillende families. Het is nog behoorlijk traditioneel. Ook als bezoeker
word je geacht een sulu (sarong) te dragen. Geen hoofddeksels of zonnebrillen
en de schouders bedekt.
Prachtige natuur!
Rondom het dorp wordt veel Yaqona verbouwd; dat is de Kavaplant,
waarvan de wortels gebruikt worden voor de Kava.
Een bezoekje aan de school mocht natuurlijk niet ontbreken.
De school ligt op een hoogte, waar vanuit je een mooi uitzicht over het dorp
hebt. Heel schattig: met zijn allen tandenpoetsen! Veel onderwijzend personeel
komt uit het buitenland.
We hebben wat tijd doorgebracht bij onze gids thuis. We
hadden wat koekjes gekocht, wat lollies en een paar flessen frisdrank. Nou, dat
ging er wel in! Heel bijzonder vonden wij dat de koekjes gedoopt werden in de
frisdrank. Kennelijk vinden ze ze anders te hard. Maar ze gingen er met
stapeltjes tegelijk doorheen. Je ziet overigens dat de huizen vrijwel leeg
zijn. Men zit op de grond, kasten zijn er niet of nauwelijks. De keuken is
buiten, evenals de wc en een watertank. De kindjes van haar zus hadden
eenvoudig speelgoed.
Na nog een korte wandeling door het dorp, gingen we op de
traditionele manier terug naar Levuka. Met de truck dus! “Normale” bussen
rijden er niet. De weg is grotendeels een verhard pad, met kuilen. De trucks
hebben op hun zeilen staan, waar ze heen gaan. En zijn gebruikelijk vervoer in
dit deel van Fiji. Niet al te oncomfortabel, hoor!
We kwamen maandag pas aan het einde van de dag terug in
Levuka. Wel roken we toen al een sterke, smerige, vislucht. In het weekend
werkt de visfabriek niet. Door de week, overdag, wel. En dat ruik je, bah!
Dinsdag deden we nog een paar boodschappen, omdat we woensdag richting Vanua Balavu
in de Lau groep wilden. We zouden woensdagochtend vroeg vertrekken. Echter, het
was enorm rotweer en de wind was ongunstig om naar de Lau groep te gaan. Ook
werd de komende tijd veel regen verwacht. Geen goede omstandigheden om van de
natuur te genieten. We besloten dus ons nog even lekker om te draaien in bed en
later op de dag te vertrekken. Als het erg regent, kun je beter in een stadje
liggen, dan in een natuurgebied. Snorkelen et cetera doe je het beste bij mooi
weer. We besloten naar Savusavu te gaan. Dat is de hoofdstad van het tweede
grote eiland, Vanua Levu. Op deze plaats komen de meeste zeilers aan in Fiji.
Je vindt er dan ook veel restaurantjes en winkeltjes. De jachthavens hebben
voornamelijk moorings (maar een paar ligplaatsen aan een steiger), waaraan de
vele boten liggen. Er zijn warmwaterbronnen in Savusavu; je kunt ook in een
gezondheidscentrum een bad nemen in dit warme water. Bij laag water zie je het
stomen, waar het water uit de bronnen in de zee stroomt (zie foto). De Jonas,
met Hanny en Jakob, lag ook in Savusavu. Heel gezellig! We hadden ze voor het
laatst een jaar geleden in Frans Polynesiƫ gezien. Hanny en ik hebben samen een
bad genomen in het gezondheidscentrum, met aansluitend een fantastische
massage. Heerlijk!
Na een klein weekje in Savusavu besluiten we verder te
varen. We varen naar Viani Bay. Hier zit een duikschool, die duiken op het
rainbow reef verzorgt; een wereldberoemde duikspot. Ik maak hier 4 duiken. Heel
bijzonder: prachtige koralen en veel vis. Op de 2e dag komen we,
onderweg naar onze duikspot, 3 of 4 mantarays tegen. Wat een prachtige dieren
zijn dat toch! We snorkelen een poosje met ze. Ze lijken zich totaal niet aan
ons te storen. Sterker nog, ze komen ons af en toe even bekijken. Wij gaan ook
een keer naar de “cabbage garden”. Hier zijn koralen met de vorm van een enorme
kool. En dan een heel voetbalveld vol bij elkaar. Maar waar iedereen het echt
altijd over heeft is “the white wall”. Een hele speciale duik. Je daalt af naar
ongeveer 9,5 meter diepte. Daar zwem je door een tunnel, waar enorm veel vis
aan het plafond hangt en een grote murene in een nis verscholen zat. Aan de
andere kant van de tunnel kom je bij de white wall. Een steile wand, tot 40
meter diep, begroeid met alleen maar wit koraal. Het schijnt zo te zijn dat er
naast dit type koraal geen ander koraal kan groeien. Ik ben (uiteraard) niet
naar 40 meter diepte geweest, maar heb wel 27,7 meter op mijn computer gezien.
Dacht eerst dat ik het niet goed zag, maar het was dus echt zo. Toen maar een
beetje opgestegen. Maar wat een bijzonder gezicht, zo’n heel witte wand met
koraal. Veel te snel naar mijn zin
zwommen we nu door een korte tunnel naar de andere kant. Daar gingen we alweer
opstijgen. Het bleek dat 1 van de andere duikers van alle spanning een beetje
heel snel door zijn lucht heen was….jammer! Ik heb genoten van mijn duiken.
Dive Academy Fiji is een aanrader.
Na deze prachtige duiken varen we de volgende dag verder
naar Taveuni; een natuureiland. We gingen voor anker bij het plaatsje Matei. We
lagen in een prachtige baai bij dit mooie eiland. Een dagje later kwam de Jonas
ook aan. Wij hadden ook weer samen in Viani bay gelegen. Altijd gezellig.
Heinze en ik zijn met de lokale bus naar de andere kant van het eiland gegaan.
Aan die kant zijn veel watervallen. Maar de busreis was op zich al zeer de
moeite waard. De bus rijdt niet frequent, maar een paar keer per dag. Toen we
bij de watervallen, voor het uitstappen, aan de chauffeur vroegen wanneer de
laatste bus terug zou gaan, zie hij: “oh, dat is vandaag deze bus. Normaal gaat
er later op de dag nog een, maar die rijdt vandaag niet”. Grapje, maar niet
heus. Hij reed nog door naar het eindpunt, een klein stukje verderop en zou na
een korte pauze terugrijden. Aangezien je in die korte tijd niet naar de
watervallen kon klimmen, hebben we ter plekke maar een stuk gelopen. En zijn
dus weer met dezelfde bus terug gereden. Nou ja, we hebben al heel veel
watervallen gezien… De weg was, met name aan de andere kant van het eiland,
niet meer dan een verhard pad. Je kon ook duidelijk aan de uitbundige
begroeiing zien dat die kant van het eiland natter is.
Waar we eerst geen last hadden van swell, golfslag, was het
na een paar nachten goed raak. Het was alsof je op volle zee zat, terwijl we
toch echt in de baai lagen. Zowel Jonas als wij besluiten te vertrekken; dit is
geen doen. We varen naar de zuidpunt van Taveuni. Hier is het paradise resort.
De Jonas heeft hier eerder gelegen en het was ze erg goed bevallen. We eten
hier heel gezellig en lekker gezamenlijk. We zijn al zolang als we uit Viani
bay weg zijn aan het kijken naar een weather window (weergat) om naar Vanua
Balavu in de Lau groep te varen. Het schijnt niet te mogen. We zien wederom erg
ongunstige wind en veel regen aankomen. Maar weer terug naar Savusavu dan. Toch
beter in een stadje…. We nemen in
Savusavu nog een keer de bus. Het is een leuke, goedkope manier om het land te
verkennen en ook meer samen met de lokale bevolking te zijn. We gaan naar
Lambasa, de hoofdstad van Viti Levu. Wederom is de tocht prachtig, maar van de
stad krijgen we het niet echt warm.
Bijzonder vinden we wel de hele kleine winkeltjes, die op een trap
zitten. Echt super klein! Ook zien we veel vrachtwagens en tractoren rijden,
die volgeladen zijn met suikerriet.
Na dus weer een aantal dagen in Savusavu, met af en toe veel
regen, vertrekken we. Eigenlijk weten we niet waar we heen gaan, dat laten we
van de wind afhangen. De Jonas doet nog een poging om in Vanua Balavu te komen.
Wij besluiten ook die kant op te varen, afhankelijk van de wind. En, die wind
is gunstig! We besluiten dus door te varen. Na een poosje worden we opgeroepen
door de Jonas: “wij zijn eigenlijk heel benieuwd waar jullie heengaan!?”. Wij
ook, maar misschien toch ook wel Vanua Balavu. En ja hoor, na een heerlijke dag
en een nacht zeilen, zeilen we op de ochtend van 5 oktober dan toch nog de pas
naar Vanua Balavu door. Toch nog gelukt. En, was het het waard??? Nou,
absoluut! Vanua Balavu staat bekend om haar “bay of islands”; een gebied met
veel kleine eilandjes in de vorm van een paddenstoel. Ook veel riffen in
combinatie met helder water. Prachtig snorkelen! Vlak bij onze ankerplek varen
we met onze dinghy een ondiepe, doodlopende zijtak op. Aan het einde hiervan
zien we een paar bomen volhangen met enorme vleermuizen, fruit eating bats.
Heel bijzonder! En ’s avonds rond de schemering zie je ze uitvliegen, de een na
de ander.
Let op de honderden vleermuizen in detop van de bomen |
Hanny en Jakob van de Jonas |
We liggen gezamenlijk met de Jonas. Wij hadden niet
geproviandeerd voor deze plek; we hadden immers niet verwacht er terecht te
komen! Gelukkig had de Jonas wel bier ingekocht; we hebben gezamenlijk
regelmatig een biertje gedronken.
De Lau groep was tot voor een aantal jaren terug verboden
gebied voor buitenlanders. Nu is het wel open gesteld, maar je hebt je wel te
houden aan de traditionele regels. Dus ook hier moet je naar de chief om
toestemming te vragen om het gebied te bezoeken. In de bay of islands is geen
enkel dorp, maar een paar mijl verderop is het dorp Daliconi. Samen met de
Jonas en nog een ander schip bezoeken we de chief, of beter: ook hier zijn
vervanger. We praten even gezellig met elkaar, waarbij de chief de nodige informatie
geeft. We wandelen nog langs de school en vinden ook een piepklein winkeltje.
Ze zeggen zelf dat ze eigenlijk niks meer hebben; de boot komt de volgende
week. En ze hebben inderdaad heel weinig, zelfs geen crackers, waar je normaal
mee doodgegooid wordt. Maar ze hebben wel een paar uien en een paar aardappelen
en daar ben ik toch heel blij mee!
Ook in het dorp een heel klein, ambachtelijk bakkerijtje.
Een golfplaten huisje met een vat, met daarin een rooster. aan de andere kant
wordt een houtvuurtje gestookt. in het vat worden de bakvormen met brood
geschoven. We bestellen dus vers brood! Om 17.00 uur gaan Jakob en Heinze het
ophalen. Daarna gaan we gauw weer terug naar de bay of islands. We genieten van
de prachtige natuur. Het snorkelen is ook echt geweldig! Ook hier weer de
knalblauwe zeesterren en vele soorten koraal en vis. Onbeschrijfelijk mooi.
Op 13 oktober zijn we aangekomen in Suva; de hoofdstad van
Viti Levu en tevens van heel Fiji. We bereiden ons voor op onze overtocht naar
Nieuw Zeeland, waar wij het orkaanseizoen zullen doorbrengen. Wij vinden Suva
niet heel bijzonder, al heb je wel wat koloniale gebouwen. Prettig is het dat
je goed kunt inkopen. Zoals in iedere stad in Fiji, heb je ook hier een grote
groenten- en fruit markt. Zie je veel Indiase invloeden: winkels met Indiase
kleding en vele curryrestaurants. In de
gebieden buiten de steden zie je meer originele Fijians, in de steden een
concentratie van Indiƫrs.
Wij hebben genoten van Fiji! Wat een hartelijke mensen en
wat een schitterende natuur. Op dit moment zijn wij van plan om eerst naar
Nieuw Zeeland te gaan voor het orkaanseizoen. Daarna naar Tonga en dan terug
naar Fiji. Maar, zoals jullie inmiddels wel weten, plannen kunnen altijd
veranderen.
Let op de fietsbel, linksboven met touwtje, hebben bijna alle bussen |
OP NAAR NIEUW ZEELAND, 1200 NM, 10 DAGEN VAREN,
VERTREK 24 OKTOBER, EEN DEEL MOETEN WE LAVEREN