maandag 10 juli 2023

Australië; Fraser Island en Scarborough (Brisbane)

Zoals in ons vorige blog vermeld, vertrekken we vanuit Bundaberg naar Fraser Island. Dit is een erg bekende, toeristische plek; een “must see”. We komen op 6 december in de namiddag aan bij Woody island. Fraser island ligt voor de kust van Queensland en loopt uit in een soort delta van stromen en kreken in het zuiden. Er liggen meerdere kleine eilandjes tussen het vasteland en Fraser island in en Woody island is daar één van. De volgende dag waait het weer eens behoorlijk hard, maar we liggen gelukkig goed beschut.

Dit is ons uitzicht, indrukwekkend

In het begin van de avond barst er een enorm onweer los. Prachtig en indrukwekkend. Filizi, de boot met onze Griekse vrienden, ligt achter ons. Ze bekennen later wel bang geweest te zijn. Het was dan ook een heel heftig onweer. Gelukkig is alles goed afgelopen.

De volgende dag varen we naar het Kingfisher resort op Fraser Island. Dit resort biedt ook faciliteiten voor cruisers aan. Zo is er ondermeer een restaurant, een winkeltje en een zwembad. En verkopen ze eilandtours, verhuren ze auto’s, et cetera. In Australië schijn je per se over het strand gereden te moeten hebben; dat is echt een ding hier. Samen met onze vrienden van Filizi huren we een middag een 4-wheel drive en maken we een tocht over het eiland.

met onze Griekse vrienden in het zoetwatermeer

We nemen een korte duik in het heldere, zoetwater binnenmeer en verwonderen ons over de enorme bomen op het eiland.

Bijzonder dat deze bomen op zand groeien

Heinze stapt uit onze auto


Uiteraard rijden we ook een stuk over het uitgestrekte strand. Overal zijn waarschuwingen m.b.t. dingo’s. Naar verluidt leven op Fraser Island nog de meest raszuivere dingo’s. Op veel andere plekken hebben kruisingen met “gewone” honden plaatsgevonden. Dingo’s kunnen echter gevaarlijk zijn. Je mag ze ook vooral niet voeren. Met onze stoere auto rijden we langs een aantal vissers op het strand.

Dingo in het wild, we hebben in de krant gelezen dat ze een kind in het water hebben gesleurd EN een zonnende vrouw in de billen gebeten op Fraser Island.

Een klein stukje verderop zien we een dingo rustig liggen afwachten, of er wat te halen valt. Deze dieren zijn van nature erg mager. Gevolg is dat veel mensen denken dat het arme diertje honger heeft. Niet dus.

Zoals je ziet bestaat het hele eiland uit zand, hier steken wij het eiland in de breedte over, circa anderhalf uur offroad rijden.

Na een aantal dagen genoten te hebben van deze bijzondere plek, varen we door de delta naar Tin can bay, een klein stadje met een marina. Het is een aardige plek, waar we wat wandelen en boodschappen doen. Ook dit is toeristisch gebied, al is er niet veel te beleven. Maar de meeste mensen gaan uiteraard hiervandaan naar Fraser Island. Ze voeren hier dolfijnen. Een volstrekt nutteloze, overbodige bezigheid, waar ze ook nog eens veel geld voor vragen. Onder het mom van educatie, uiteraard. Wij laten deze beker aan ons voorbijgaan.

En dan komt toch echt de dag dat we naar Scarborough marina vertrekken (bij Redcliff, dichtbij Brisbane) waar we het cycloonseizoen zullen doorbrengen. Na een tocht van 25 uur, met alweer heftig weer, arriveren we in de marina. We hebben een plek aan de buitenste steiger gekregen. Dat blijkt later een hele fijne plek te zijn, omdat je daar praktisch altijd een beetje wind hebt en het dus minder heet is. Ook lopen er nauwelijks mensen langs de boot. Aan de overkant van het vaarwater is een eiland, met een fiets/wandelpad. Zelf heb ik daar ook veelvuldig gebruik van gemaakt, ondermeer om mijn “start to run” hardlooptraining af te werken. Maar, doordat er bijna altijd mensen lopen of fietsen aan de overkant, hebben we altijd wat te zien vanuit onze kuip. En ja, ook hier verbazen we ons over de, vaak veel te dikke mannen, die zonder shirt langsparaderen. En ook de vele dames in veel te korte broekjes en jurkjes, zijn het bekijken waard. In de weekenden en op feestdagen varen er ook veel boten langs, in alle soorten en maten. Helaas vaak met een rotvaart, zodat alle andere boten liggen te schommelen als een dolle. Ook bijzonder om te zien is dat de ene persoon compleet ingepakt is tegen de zon, inclusief gezichtsbedekking en zonnebril, waar de andere in blote bast, c.q. bikini langsvaart.

Het valt me in eerste instantie wat tegen, dat er zo weinig te doen valt voor de cruisers. Wij arriveren op 16 december, maar het kerstfeest is al een week ervoor geweest. En verder is er niks op de marina. Net buiten het marinaterrein is echter de nodige horeca, zoals zelfs een bierbrouwerij. En er is een yachtclub, waar je een biertje kunt drinken en ook een hapje kunt eten. We leren later ook wat andere cruisers kennen, dus het wordt steeds gezelliger.

Het openbaar vervoer rondom de marina is goed en goedkoop. Er gaan twee buslijnen naar twee verschillende shopping malls in de omgeving. Heel handig voor de boodschappen. En voor ongeveer 3 euro sta je midden in Brisbane. Een paar dagen voor kerst nemen we de trein daar naartoe. We maken er een uitje van. We hebben een nachtje in een hotel geboekt.


Ook in Brisbane verkopen ze super tuttige jurken

We struinen de hele dag door de levendige stad en verbazen ons over de grote hoeveelheid hoge, moderne gebouwen.



Op een plein wordt op een groot gebouw een voorstelling geprojecteerd. Het gaat over de kerstman en over het kwijtraken van de kadootjes. Uiteraard komt het uiteindelijk allemaal goed, tot opluchting van de vele kinderen, die met hun ouders op de grond zitten te kijken. Echt leuk.

ANZAC monument en plein.



Op 13 januari verlaten we de marina voor een tochtje in de omgeving. Tegenover Scarborough ligt Moreton Island; een toeristische plek met onder andere hoge zandduinen en lange stranden, waarop uiteraard ook weer met 4-wheel drives gereden wordt.




Ook hier zien we, net als op Fraser Island, uitgestrekte “velden“ met soldiercrabs.




Het bijzondere van deze kleine krabben is dat ze vooruit lopen en niet zijwaarts, zoals andere krabben dat doen. Hun schild is lichtblauw, met daarop een kruis. Heel apart.

We varen door naar het plaatsje Dunwich, op North Stradbroke Island. 

hier zijn de bomen extreem breed


de begraafplaats is bijzonder, anders dan bij ons


Daar nemen we de bus naar “lookout point”, aan de oceaankant. De oceaan beukt daar op de rotsen en op het strand. Prachtig!



Ja, dat is Anneke

Na een paar dagen gaan we terug naar Moreton Island en nog een paar dagen later terug naar Scarborough marina. Op 24 januari zijn we daar terug en bereiden we ons voor op onze tocht naar Tasmanië. Dat blog komt over een paar dagen.





zaterdag 11 februari 2023

Australië; Bowen, Percy and Keppel islands and Rockhampton

 Australië; Bowen, Percy and Keppel islands and Rockhampton

December 2022



Bowen

Na ons verblijf bij de meer noordelijke eilandjes van de Whitsundays,  vertrekken we naar Bowen.  Er wordt weer harde noordelijke wind verwacht en dan is die plaats een goede plek om dat uit te zitten. Daarbij is het ook fijn om weer wat verse groenten etc. te kunnen kopen.  Bij binnenkomst in de haven wil ik het liefst direct weer omdraaien.  We zien roestige vissersschepen liggen, ook naast de ons toegewezen ligplaats.  Ik vrees visstank en herrie.  Heinze ziet het wat minder somber in en zegt dat we het wel zullen merken. Het blijkt inderdaad erg mee te vallen.  De vissersschepen die hier liggen varen nu in ieder geval niet en misschien wel nooit meer.


Bowen is een bijzonder stadje. We hebben een geweldige brochure gekregen met highlights. Die heb je ook wel nodig,  want zelf had je die niet ontdekt. Goede marketing,  zullen we maar zeggen.  Zo is een van de genoemde highlights een kunststof beeld van een hele grote mango. Het gebied schijnt bekend te zijn vanwege de mangoteelt. Misschien dat kinderen het leuk vinden? 

Grote brede straten in Bowen


Wat opvalt zijn de enorm brede straten, met heel veel parkeerplaatsen. Ooit schijnt het de bedoeling geweest te zijn dat Bowen de hoofdstad van Queensland zou worden (het is Brisbane geworden). Misschien is daar op voorgesorteerd? We zien weinig verkeer en weinig mensen op straat en een flink aantal leegstaande winkels.  Wat wel erg leuk en mooi is, zijn de muurschilderingen. Op allerlei muren zijn schilderingen aangebracht met taferelen uit het verleden.





Er zijn ook wat vakantieparken. Er is een speeltuin en ook een gratis waterspeelpark. De meeste meisjes hebben een zwempak aan met lange mouwen. De jongetjes ook een zwemshirt met lange mouwen.  Verstandig,  want de zonnestraling in Australië staat bekend om haar intensiteit.


Naar het zuiden

We besluiten nu niet verder naar het noorden te gaan. We komen na het cycloonseizoen in 2023 nog een keer langs deze kust, als we conform plan naar Indonesië varen. We gaan nu dus rustig aan naar het zuiden. Na een paar dagen is de wind gunstig en varen we naar Airlie beach. En daarna naar Shaw island en Goldsmith island,  waar we beide al eerder gelegen hebben. Vorige keer dat we bij Goldsmith island lagen, hebben we hier dungoons zien zwemmen.  Het is een kleine soort zeekoe, maar lijkt meer op een zeehond met een wat andere kop. Heel bijzonder.

Shaw Island, heerlijk gezwommen


Bij Goldsmith treffen we nu onze Griekse vrienden met hun boot Filizi. We hebben elkaar leren kennen in Fiji en hebben het ook gezellig gehad met elkaar in Nieuw Caledonië. Heel leuk om elkaar hier ook weer te treffen.  We zwemmen gezamenlijk en eten en borrelen bij hun aan boord.  Zij gaan nog een stukje naar het noorden; ze zijn pas aangekomen in Australië.  Wij gaan dus naar het zuiden,  dus we zeggen elkaar weer gedag. Maar zullen elkaar zeker nog zien, hier in Australië.


Naar Mackay, visa verlengen

We zakken langzaam af, via Brampton naar Mackay.  We moeten naar Mackay om ons visum van 3 maanden te verlengen. We zijn verplicht een medisch onderzoek te ondergaan en ook X-Ray foto’s van onze longen te maken. De dichtstbijzijnde plaats waar dat kan is Mackay, er is dus een afspraak gemaakt bij een medisch instituut. Daarom de marina in, hoewel we liever waren doorgevaren naar de Percy Islands.

De dag voor het onderzoek krijgen we bericht van de overheid dat zojuist de wet is gewijzigd en het onderzoek niet nodig is voor mensen die al in Australië zijn.

Mooi! Bespaart veel geld en gedoe, we hebben nu een visum tot november 2023, meer dan genoeg.


Percy Islands

Op 28 oktober zien we gunstige wind om naar de Percy islands te varen. We verwachten weinig wind en gaan ervan uit dat het een “slow overnight” zal worden en dat we dus een nachtje zullen doorzeilen. Terwijl we toch al een flink eind uit de kust zijn, worden we belaagd door een grote wolk dikke muggen.  En ze bijten ook! Normaal gesproken heb je op zee geen muggen,  heel apart. De hele dag dreigt er onweer. Er gaat een front gelukkig achter ons langs. Maar wel voldoende aanleiding om een beetje vaart te maken. De wind is dermate licht,  dat we moeten besluiten om te gaan motorzeilen.


Rescue Bay, de ochtend nadat we in het pikkedonker hebben geankerd


Gevolg is dat we veel sneller varen dan verwacht en al ’s avonds tegen 22.00 uur aankomen. Gelukkig is Rescue bay, van Middle Percy island, een grote wijde baai met goede ankergrond. We laten in het donker ons anker vallen en kunnen dus toch gewoon slapen,  vannacht.  Daar word ik toch altijd wel blij van. Vroeger had ik een enorme hekel aan nachttochten,  maar dat is wel een beetje over. Het kan echt heel mooi zijn, ’s nachts op het water.  Maar na een aantal nachttochten waardeer je het wel als je “gewoon” kunt gaan slapen.


De volgende ochtend gaan we anker op en naar de westbaai van dit eiland.  Hier is een “A-frame”; een houten gebouw in de vorm van een A. Dat is een bekende ontmoetingsplaats voor cruisers. Er is een grote vuurplaats met BBQ, die iedereen vrij mag gebruiken.  Je kunt ook lid worden van het “A-frame”, maar dat is meer voor mensen die hier vaak komen. Vele cruisers hebben een bordje o.i.d. met de naam van hun schip en de bemanning achtergelaten.  Het is een leuke plek aan het strand.





Je kunt hier vandaan een wandeling maken naar een hoger gelegen “homestead”. Hier wonen de beheerders van het eiland: Malcolm en Kerry. Super leuke,  enthousiaste mensen, die je verwelkomen met een glas heerlijke, zelfgemaakte citroenlimonade. Zij proberen zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn.

Malcolm en Kerry


Zo is er een flinke groenten- en fruittuin, houden ze kippen en hebben ze de nodige bijenkorven. Ze zijn bezig met het oogsten van de honing: ze hebben ruim 2000 liter! Veel teveel. Ze verkopen de honing wel aan de cruisers, maar natuurlijk nooit in zulke grote hoeveelheden. En naar het vasteland brengen voor de verkoop loont niet. De brandstofkosten zijn daarvoor te hoog. Malcolm en Kerry zijn nog niet zo lang de beheerders van Percy islands. Ze zijn zelf ook per zeilboot gekomen, maar niet meer weggegaan. Op dit eiland is een lagune, die dagelijks (vrijwel geheel) droogvalt. Aan een steiger ligt hun boot daar.


Als de lagoon met eb leeg loopt krijg je de "mud flats".


Morgen lekkere geitencurry eten
 

Traditie op de Percy’s is dat er geitencurry gegeten kan worden.  Vroeger schijnt die zelfs gratis geserveerd te zijn, maar nu kun je voor een geringe bijdrage mee-eten. Malcolm en Kerry moeten ook de wildstand beheren en er zijn veel ( teveel) geiten op het eiland. Kerry is de betere jager van de twee en zij schiet dus af en toe geiten af. En die belanden dan in de curry.  Er zijn overigens ook veel kangaroes en walibi’s op het eiland. Ook die worden geschoten en gegeten,  als er teveel van komen.

Kangaroes op het eiland




Er zijn ook een paar wallaroes: een soort die qua grootte tussen de kangaroe en de walibi in zit. Veelal wordt gezegd dat het een kruising tussen die twee zou zijn, maar dat schijnt niet te kloppen. Volgens Wikipedia is het een eigen soort.


Wij liggen nog een aantal dagen in een baai aan de andere kant van het eiland,  vanwege harde wind, waarbij de westbaai geen goede plek is. Na de harde wind keren we terug naar de westbaai. Het wachten is ook op noordelijke wind; we willen immers naar het zuiden.  Dat zit er niet in, dus we blijven langer op de Percy’s.


Heinze in wandeloutfit met hoed van kangaroeleer


Veel bomen zonder bast, hoort zo, de "paper tree"

Dit zie je vaak, termieten die dit bouwen.


We maken flink wat wandelingen en gaan ook een dagje helpen bij Malcolm en Kerry.  Er is altijd meer dan genoeg te doen. We genieten van dit eiland. Zien voor het eerst kangaroes en walibi’s in het wild, een paar het pad overstekende slangen, die gelukkig ongevaarlijk zijn.

Verscheidene soorten kunst langs het pad.

Dit is een richtingaanwijzer


Heel veel spinnen en ook een boom vol met vliegende honden. Die zijn duidelijk groter dan de “fruit bats“, die we o.a. in Tonga en Fiji zagen. Kerry vertelt dat deze “ flying foxes” binnen een mum van tijd een hele fruitboom kaal kunnen vreten. Ze zijn beschermd, dus als ze jouw boom te pakken nemen heb je gewoon pech.


Keppel Islands

Uiteindelijk vertrekken we pas op 12 november van de Percy’s.



Ons eerste doel zijn de Keppel eilanden. Deze eilanden zijn een stuk toeristischer dan de Percy’s. We komen op 13 november aan bij great Keppel Island. Ferry’s varen af en aan om mensen op het strand af te zetten en later natuurlijk ook weer op te halen. Aan het strand is wat horeca, met onder andere een groot terras waar veel gebruik van gemaakt wordt. Toeristenbootjes varen ook naar verschillende plekken waar mensen gaan snorkelen. Er wordt aangegeven dat het koraal prachtig zou zijn. Reden natuurlijk voor ons om ook een kijkje te gaan nemen.  Echter, het kan niet tippen aan Fiji….. We wandelen ook wat over het eiland. Tot onze verrassing zien we grote zwarte vogels,  met een oranje/rode staart. Later vinden we uit dat dit zwarte kaketoes zijn. Nooit geweten dat die bestaan! De sfeer hier op Great Keppel Island is totaal anders dan de sfeer op de Percy eilanden. Wij geven de voorkeur aan de Percy’s,  maar de Keppel eilanden zijn populairder. Wel fijn dat je hier internet hebt. Op Percy was dat maar op een enkele,  hoger gelegen plek zo.


Vaste land en Rockhampton

Na een paar dagen varen we naar het vaste land,  naar Keppel bay marina. We willen onze voorraad weer eens aanvullen en een was draaien. Ook pakken we een keer de bus naar Rockhampton,  een dichtbij gelegen stad.



Dit soort kunstwerken staan langs een route

Rockhampton is een leuke verrassing. Het blijkt dat er nog uitgebreide wijken zijn met historische “gingerbread” huizen. Leuk om weer eens een wat authentieker stad te zien. We maken (alweer) een grote wandeling en lopen dwars door die mooie wijken naar de botanische tuinen en de (gratis) dierentuin.

Dit is de Kasuaris, Australische loopvogel.


Wat doen koala's zoal de hele dag?



We hebben een hotel geboekt voor  een nachtje. Na onze lange wandeling gaan we lekker relaxen in het hotel. In de avond gaan we toch nog maar even de stad in. Eigenlijk zijn we best moe en hebben we er weinig zin in, maar we vinden het zonde om in het hotel te blijven hangen. Het blijkt een goede beslissing.  Het is vrijdagavond en er zijn veel mensen op de been. Er hangt een gezellige sfeer. We eten op een groot terras buiten.

Vlinders en al die stippen zijn libellen

Fietsers hebben tie rips op hun helm, om de Magpie geen kans te geven.


Leuk, een brievenbus voor de kerstman


De volgende ochtend wandelen we nog wat langs het water. We nemen begin van de middag, na een bezoek aan het museum, de bus terug naar de marina. 

Bijzonder museum, wel leuke breiwerkjes.

Het was een leuk uitstapje.


Op naar Bundaberg

We gaan nog een paar dagen terug naar de Keppel eilanden,  om te wachten op gunstige wind en ook nog wat te genieten van deze eilanden. Vanuit Great Keppel Island vertrekken we naar Bundaberg, waar we op 28 november aankomen.  

Bundaberg is een enorm bekende plek voor zeilers. Vroeger gold Bundaberg als ongeveer de grens waar vanaf je veilig zou zijn voor het cycloonseizoen.  Niet meer, echter, ook hier komen tegenwoordig cyclonen voor. Vandaar dat wij ervoor gekozen hebben om het cycloonseizoen nog zuidelijker door te brengen.


De marina valt ons wat tegen.  We hadden verwacht dat er een echte cruiser gemeenschap zou zijn, dat is er echter nauwelijks. Wel wordt er op vrijdagavond een BBQ voor cruisers georganiseerd; wat hamburgers en worstjes worden door de marina beschikbaar gesteld en zelf neem je een bijgerecht en je eigen drankjes mee. Er komen wel wat mensen op af, maar de meesten kennen elkaar kennelijk erg goed en hebben minder belangstelling voor anderen. Er is wel ook een gezin van een Zwitserse catamaran,  die we eerder o.a. in Fiji getroffen hebben,  dus daar kletsen we wat mee. Bijna dagelijks gaat er in de ochtend een gratis busje vanaf de marina naar de stad; je kunt je daarvoor inschrijven.  Terug moet je dan wel met openbaar vervoer.  De eerste keer gaan we mee naar een groot winkelcentrum in Bundaberg.  Het is enorm rotweer,  met veel regen.  Goed om dan wat overdekt te kunnen winkelen. We weten inmiddels wel dat al die “shopping malls” allemaal hetzelfde zijn en weinig inspirerend.  Maar goed, beter dan de hele dag in de regen op je boot rondhangen.

De tweede keer naar de stad gaan we echt op verkenning.

Tot onze verbazing heb je "drive through" slijterijen. Let ook even op de naam.
Anneke kan niet wachten!

Bijzonder veel nestelende Ibissen

Elk wit stipje is een Ibis.

De "Bottle tree", komt veel voor

Brug over de rivier van Bundaberg, circa in 1900 gebouwd.


Op zondag gaat het marinabusje naar de “Shalom” market. Het is een markt op het terrein van de gelijknamige school, die overigens katholiek is en niet joods, zoals je vanwege de naam zou verwachten.  Op de markt zijn de gebruikelijke kramen met spiegeltjes en kraaltjes, zoals wij dat noemen.  Er zijn echter ook wat kramen met groenten en fruit, dus daar kopen we wel het een en ander. Ik vind het zielig om te zien dat er ook dieren verkocht worden; puppy’s en ook vogels en kippen.


Fraser Island

Na een weekje met erg harde wind in Bundaberg zien we gunstig weer om naar Fraser Island te kunnen varen. Daarover meer in ons volgende blog.