Frans
Polynesië, de Markiezen
Allereerst,
waar zijn wij en waar liggen die Markiezen. We zijn in Polynesië in het deel
dat Frans Polynesië heet, op de kaart hieronder kun je zien waar dat ligt.
Frans Polynesië
heeft vier eiland groepen: Markiezen; Tuamotu’s; Society en de Australs.
De eilanden
zijn ontstaan uit vulkanische activiteit waarbij de Markiezen de jongste zijn,
die eilanden zijn hoog vruchtbaar en groen waar alles op groeit.
De Tuamotu’s
zijn de oudste, dit zijn atollen, die ontstaan doordat het eiland wegzakt in de
bodem van de oceaan, de rand van de eilanden waar koraal groeit houdt het zakken
van het eiland bij. Met de groei van dat koraal ontstaat dus het atol, lagoons (lagunes)
met een koraalrif er omheen, deze atollen kunnen 80KM lang zijn en 35KM breed
(wij zien het als enorme meren in de oceaan).
De Societies
zitten qua ouderdom in het midden, het zijn hoge vruchtbare eilanden met
daaromheen een koraalrif en daarbinnen dus lagoons. De meest bekende eilanden
van de Societies zijn Tahiti en BoraBora.
Het klimaat
is heerlijk tropisch waarbij in de winter van het zuidelijk halfrond (de
Nederlandse zomer) het droger is en iets minder heet. In Frans Polynesië leven
circa 250.000 mensen waarvan 170.000 op Tahiti. De rest woont op 5 van de 9
eilanden van de Markiezen; op 45 van de 75 atols van de Tuamotu’s; en op de
omringende eilanden van Tahiti. Het is dus buiten Tahiti erg dun bevolkt, op de
atollen kom je gemeenschappen tegen van 200 mensen.
Op de
Tuamotu’s hebben de Fransen sinds 1963 hun 175 kernproeven gedaan, de laatste
in 1996, dat deel van de Tuamotu’s (zuid oostelijk) zullen wij mijden.
Hieronder
zie je die eiland groepen en een indicatie van de afstanden binnen Frans Polynesië.
Op de kaart
zie je ook een groep Gambiers staan maar die behoort tot de Tuamotu’s.
De
Markiezen.
Wij zijn op
30 maart op de Markiezen aangekomen op het eiland Hiva Oa, de plaats Atuona.
Hiva Oa is het belangrijkste eiland van de 3 bewoonde eilanden van de
zuidelijke groep in de Markiezen. We kwamen aan in de nacht en zijn toch naar
het begin van de baai gevaren omdat die vrij ruim is en daar in diep water voor
anker gegaan(normaal vaar je in het donker geen onbekende baai binnen, je ziet
helemaal niets, geen ondieptes of zelfs de kustlijn niet). De volgende dag zijn
we de baai verder ingevaren en op twee
ankers gaan liggen, zowel één voor als één achter zodat je niet om je anker
draait omdat de ruimte te beperkt is en te voorkomen dat je tegen andere schepen
botst. (Voor de niet zeilers: als je op
een diepte van 20 meter ankert moet je minimaal 60 meter ankerketting
uitbrengen, liefst meer, als je daar een scheepslengte van 15 meter bij optelt
heb je een totale lengte van 75 meter. De draaicirkel om je anker heen is dan
circa 140 meter, die ruimte moet er wel zijn als je op één anker wilt liggen.)
Wat je
direct opvalt is de enorme vruchtbaarheid van het eiland, de alom aanwezige
bloemengeur en het mooie gebergte.
Langs de weg
groeien de bananen, citroentjes, pamplemoes
(soort grapefruit) enz.. De mensen zijn uitermate vriendelijk, als je
loopt stopt regelmatig een auto om te vragen of je een lift wilt. Bijna
iedereen heeft tattoos, een hele arm of een been of beide met mooie Polynesische
motieven. Wel heeft het merendeel van de bevolking een fors overgewicht.
Om het
eiland goed te kunnen bekijken hebben we een auto gehuurd (4 wheel drive). Aan
de verhuurder hebben we een wegenkaart gevraagd maar hij zei: “je kunt linksaf
en rechtsaf vanaf hier, meer wegen zijn er niet”. We hoorden dat linksaf het
retourtje 40 KM was en dat het 2 en een half uur rijden is. Na twee KM begrepen
we waarom dat zo lang duurt, de weg veranderde in een offroad weg met modder en
diepe kuilen. Na het retourtje van linksaf zijn we rechtsaf gegaan waar het
retourtje ook 40KM was en lang duurt, kortom een hele dag onder de pannen om
het eiland met de auto van links naar rechts te bekijken. We hebben wel
pogingen gezien om de weg te verbeteren maar die zijn duidelijk opgegeven.
We hebben
een archeologische site bezocht, nederzettingen bekeken en vooral genoten van
het indrukwekkende landschap en de overweldigende natuur.
In de plaats
Atuona konden we weer proviand inslaan en de was laten doen. We zijn de
omgeving ook te voet gaan verkennen, hebben een avond op een mooie plaats hoog
aan de kust met locals doorgebracht onder het genot van eten en drinken, lekker
bijkomen van de oceaantocht. We hebben hier voor het eerst kennis gemaakt met
de relaxte Polynesische sfeer en entourage, eigenlijk is dat het belangrijkste.
De begraafplaats van Atuona hebben we bezocht omdat er twee beroemdheden
liggen, die ligt nogal hoog op de berg, na een klimmetje vind je daar het graf
van Brel en van Gauguin.
Na een
aantal dagen zijn we naar het eiland Fatu Hiva gevaren. Dat eiland is het meest
bekend van zijn mooie baai “Virgin Bay”. Eigenlijk heette de baai in het frans
“baai van de penissen” refererend aan de vorm van de rotsformaties maar de
missionarissen hebben het in het frans “baai van maagden” genoemd, dat kon
eenvoudig omdat je in het frans maar één letter hoeft te veranderen. De
missionarissen hebben hun werk voortvarend gedaan, de bevolking is bijzonder
gelovig, van veel beelden de penis afgehakt en de oorspronkelijke religie is verdwenen. Waar
wij ze dankbaar voor zijn is dat het menseneten gestopt is, we voelen ons veilg.
We hebben een plaatje geschoten van een stukje van de baai, in de tweede foto, close-up
van de eerste, kun je de geiten zien die in staat zijn om verticaal die rotsen
te beklimmen, telkens weer een mooi en verbazingwekkend gezicht.
Bij dit
eiland is het, net als de meeste in de Markiezen, niet goed snorkelen omdat als
er een regenbui valt het water rondom het eiland troebel wordt van de erosie
van de vruchtbare grond op de bergen. Al die eilanden hebben veel watervallen,
liggende in een baai hebben we er zeven geteld die van daaruit zichtbaar waren.
Op dit eiland hebben we een hike gedaan naar een waterval en in de pool
daaronder in heerlijk zoet water gezwommen. Met een aantal “mede yachties”
hebben we bij mensen thuis gegeten, tonijn en geit met rijst.
Met moeite hebben
we afscheid genomen van Fatu Hiva om naar het eiland Tahuata te varen. In de
baai waar we zijn gaan ankeren is het wel goed snorkelen, helder water en weer
veel vis. Onderweg naar het eiland weer de nodige dolfijnen voor de boeg en in
de baai Manta’s. De Manta’s kwamen zo dicht bij de boot dat Anneke in het water
is gegaan en die dieren kwamen op een armlengte afstand bij haar,
indrukwekkende dieren. In die baai hebben we onze eerste blacktip rif haai
gezien, gelukkig schijnt die soort niet van mensen te houden. We willen ook een
plaatje laten zien van een vracht/cruise schip. Dat schip vaart in deze regio,
de achterkant is voor de cruiseschip passagiers en de voorkant voor de vracht,
een bijzondere combinatie maar wel logisch gezien de beperkte behoefte aan
beide.
Manta vlak bij ons schip |
Na het
relaxen op Tahuata zijn we naar de noordkant van Hiva Oa gevaren in een erg
mooie baai. We hebben daar een hike gedaan die fantastisch was maar we zijn
enorm gebeten door de kleine muggen. Anneke was kampioen met honderden beten op
benen en armen, we hebben één been geteld en kwamen tot over de honderd, het
heeft twee weken geduurd voor zij weer enigszins presentabel was. Omdat we
haast hadden om met de bijboot naar ons schip te gaan hebben we niet goed gelet
op water dat in onze bijboot kwam toen we door de branding gingen, het gevolg
is dat onze geweldige camera enige tijd in de rugzak in zeewater heeft gelegen
en volledig kapot is (dom want we hebben waterdichte transportzakken), we
zullen voorlopig met de telefoon foto’s moeten maken.
ons schip in de verte, alleen in de bijtmugjes baai |
Mijn voeten, standaard na een hike |
We zijn snel
vertrokken naar het eiland Nuku Hiva van
de noordelijke groep eilanden. Op dit eiland hebben we veel regen gehad om twee
redenen, de belangrijkste ankerplaatsen liggen aan de zuidkant waar de wind
tegenaan blaast en de wolken hun regen laten vallen EN het regenseizoen was
begonnen. Op de Markiezen begint in mei het regenseizoen terwijl in de
Tuamotu’s dan het droge seizoen begint. Hoewel die twee eilandengroepen maar 900
km van elkaar verwijderd liggen zijn de weerstypen erg verschillend (het voert
te ver om de oorzaak uit te leggen). Ook hier (Nuku Hiva) weer fantastische mensen
en mooie dingen om te zien en te beleven zoals speciale kerken, watervallen,
landschappen en we zijn hier twee Nederlandse jachten tegengekomen die we
kenden vanuit de Carieb, een heel gezellig en hartelijk weerzien.
Ik ga niet
weer het mooie eiland beschrijven maar wat aardige dingen. De mensen leven hier
bij het daglicht: 6 uur is het volledig licht en ’s avonds 6 uur donker dus
vroeg naar bed en vroeg op. Om half zes in de ochtend is het leven in volle
gang, dat kun je ook zien aan de openingstijden van de winkels: open van 5:00
uur tot 19:00 uur behalve op zondag. Op
zondag is er tijdens de kerkuren een winkelsluiting, de mensen zijn erg gelovig
dankzij de missionarissen. Het is grappig dat je de Christelijke figuren in het
houtsnijwerk van de kerken terugziet met Polynesische hoofden en voeten.
Wat je
bijblijft van alle eilanden zijn de enorme hoeveelheid mekkerende “wilde”
geiten die overal lopen; de overvloedige groei van fruit die je zo kunt
plukken; de heerlijke sfeer; de indrukwekkende bergen en landschappen; de mooie
baaien; de overweldigende bloemengeur als je een eiland nadert, daarna ben je
eraan gewend en ruik je het niet meer en de vriendelijkheid van mensen. We
hebben van ene Kevin (jongeman met mooie roodgelakte teennagels) zomaar een
tros bananen gekregen, Anneke heeft met locals ruilhandel bedreven door shirts
te ruilen voor fruit enzovoorts.
We hebben
nog een mooi eiland bezocht, Oa Pou, en
zijn van daaruit na ruim een maand op 2 mei 2017 vertrokken naar de Tuamotu’s,
een tocht van 475 mijl. Daarover meer in het volgende bericht.
Prachtig..., nu heb ik (bijna) ook het gevoel dat ik daar ben geweest. Bedankt om jullie reis zo in geuren en kleuren met ons te delen.
BeantwoordenVerwijderen