Nieuw Caledonië
Juni 2022
We zij aangekomen
We komen op 7 juni in de middag het rif doorvaren, wat Nieuw Caledonië omringt. Over het algemeen hebben we de afgelopen dagen weinig wind gehad, op de tweede nacht na; toen spookte het weer flink. We zagen prachtige sterrenhemels en een fluorescerende oceaan. Maar we zijn blij dat we er zijn. Officieel moeten we nu direct doorvaren naar Noumea, de hoofdstad van Nieuw Caledonië, om in te klaren. Dat is echter nog een flinke trip en het is al bijna donker. We besluiten dus om ons anker te laten vallen in een mooie baai. We proosten op onze veilige aankomst met de hiervoor meegenomen biertjes, met wat te snacken erbij. Tijdens het varen wordt bij ons aan boord geen alcohol gedronken, dus zo’n ankerbiertje smaakt dan extra goed.
Aan de schaal is te zien dat het een erg groot land is
De volgende ochtend varen we door naar Noumea en melden we ons bij de jachthaven en, via hen, bij de instanties. Nadat “biosecurity“ aan boord geweest is, en onze laatste knoflook en honing in beslag genomen heeft, mogen we onze quarantainevlag strijken en mogen we van boord. De volgende dag moeten we nog wel naar de immigratiedienst, elders in de stad, maar die zijn alleen in de ochtend open. Op de haven treffen we de Jakker, een Belgisch jacht, dat we eerder in de Marshall eilanden getroffen hebben. En onze Griekse vrienden van Filizi, die we in Fiji hebben leren kennen. Leuk om overal ter wereld bekenden tegen te komen!
De dame bij immigration is bijzonder vriendelijk en spreekt goed Engels. Ze vraagt of we niet erg moe zijn, na de lange tocht. We zeggen dat we goed geslapen hebben en dat het dus meevalt. Zij weet natuurlijk niet dat we al twéé nachten geslapen hebben.
Noumea, de hoofdstad
Wat ons enorm opvalt, is hoeveel er gerookt wordt. In restaurants is er maar een klein gedeelte waar niét gerookt mag worden en zelfs daar word je regelmatig door rook omgeven. En het “vapen" doet men ook overal, ook als er niet gerookt mag worden. Heel vervelend.
Noumea wordt beschreven als het “Parijs van de Pacific“. Goede marketing, maar niet erg natuurgetrouw. Wij vinden de stad verloederd, met nauwelijks mooie architectuur. Veel mensen die er armoedig uitzien en al dan niet dakloos zijn. De meerderheid van deze mensen heeft een donkere huidskleur en is waarschijnlijk van Kanaaken afkomst; de oorspronkelijke bewoners van Nieuw Caledonië. Er zijn een paar winkelstraten met wat luxere winkels, maar dat is het dan ook wel. Wij zijn totaal niet onder de indruk. De boulangerie heeft wel een indrukwekkende hoeveelheid patisserie, daaraan merk je toch wel dat het Frans gebied is.
Cultuur snuiven
Samen met onze vrienden van Filizi gaan we naar hetXxx museum buiten de stad. Het heeft voornamelijk hedendaagse kunst, door Kanaaken gemaakt, geïnspireerd op de vroegere kunst. Helaas is het museum in Noumea met oorspronkelijke stukken gesloten vanwege een verbouwing. Jammer, want dat zouden we interessanter gevonden hebben. Wel leuk dat er een replica van een oorspronkelijk Kanaakendorp is op het terrein.
Grappig, een koe van blikjes Corned Beef |
Boodschappen doen, prijzig
Na ons museumbezoek gaan we naar een grote supermarkt, zoals we die kennen vanuit Frankrijk. Dát is toch wel weer eens fijn. Alles is hier duur, maar vooral de prijzen voor groenten en fruit zijn torenhoog en het aanbod is beperkt. We hadden al gehoord dat een kilo tomaten tot wel € 15,00 kosten!
Vlakbij de jachthaven is een groenten- en fruitmarkt. Het aanbod is daar iets breder en de prijzen voor veel zaken iets minder extreem. Al laat ik de verse sperziebonen van € 10,00 per zakje toch maar liggen. Dan maar uit blik. Wat ik nog nergens eerder ter wereld gezien heb, is dat in de supermarkt bij groenten en fruit drie prijzen vermeld worden: verkoopprijs van de producent, verkoopprijs aan de winkel en vervolgens de verkoopprijs voor jou als consument, heel bijzonder.
Weg uit de haven, het eerste eilandje
Het
weer valt tegen, hier in Nieuw Caledonië. We vinden het maar koud
en het regent ook regelmatig. Na een week in de haven gelegen te
hebben, gaan we de baaien en eilandjes verkennen. Door de vaak harde
wind uit de verkeerde richting, moeten we regelmatig schuilen in een
beschutte baai. Als het weer eindelijk een keer mooi en rustig is,
varen we naar één van de highlights van Nieuw Caledonië: Ile
Amadee. We hebben vaak gehoord dat óveral gratis moorings zouden
liggen en hier zien we ze dan voor het eerst. Op het eilandje staat
een vuurtoren en de beklimming daarvan staat overal vermeld als de
nummer 1: dat móet je gezien hebben. Nou, het is een betrekkelijk
klein eilandje, met een in onze ogen niet bijzondere vuurtoren, die
bovendien gesloten is. Normaal gesproken is er ook de nodige
horeca-activiteit op het eiland, maar alles is (nog) dicht. De
bootladingen toeristen, die hier normaliter dagelijks gedropt
worden, zijn er nog niet. Nieuw Caledonië haar grenzen zijn nog
niet zo lang open. Je zou dan ook moeten betalen om het strand op te
mogen, maar er is nu niemand. Terug bij NOK hijsen we ons bijbootje
op.Een internet plaatje van Ile Amadee zodat jullie een gevoel krijgen van de riffen rondom de eilandjes voor de kust. Dit eiland ligt 20km uit de kust.
Ile Amadee vanaf ons schip gezien Lastig te zien, direct 5 rifhaaien bij ons schip
Zolang als we hier liggen, zien we al de veelvoorkomende kleine zwartwitte giftige waterslangetjes, die dolgraag aan boord willen komen. Dat lukt ze gelukkig steeds niet. Echter, één van die beestjes ziet kans om nog net in het bijbootje te komen. En glijdt direct onder de dubbele vloer. Hoe krijg je díe er nou weer uit!? Het bijbootje laten we langszij hangen. We gooien emmers zeewater erdoorheen. Helpt niks. Maar gelukkig krijgt het slangetje er genoeg van en komt hij tevoorschijn. En glijdt naar de rand van het bootje. Het lukt ons om hem een zetje mee te geven en hij belandt weer in het water. Ook weer opgelost.
Later op de dag begint de wind aan te trekken en te draaien naar de “normale“ zuidoost passaat. Beng! Een schok gaat door NOK. En nog geen minuut later nog een keer. Wat blijkt: we knallen bovenop een bommie (koraalbergje onder water). Wij gingen ervan uit dat het veilig zou zijn om aan zo’n mooring te liggen, maar dat blijkt dus totaal niet het geval. We vertrekken met grote spoed om nog net voor het donker weer in een baai van het vasteland te kunnen ankeren. Het is hier rond 18.00 uur al donker. Nee, in de baai zijn geen moorings. Die blijken alleen te liggen in zogenaamde natuurreservaten, waar commerciële activiteiten zijn en je met yetski’s over het koraal kunt racen. We horen later dat men de moorings alleen overdag gebruikt en voor de nacht teruggaat naar het vasteland, tenzij het heel rustig en stabiel weer is. Hadden ze ons niet verteld…
Nog wat eilandjes verkennen
We gaan later nog een paar eilandjes verkennen, omdat het snorkelen er zo fantastisch zou zijn. We trekken wel onze shorties aan, veel te koud, anders. Bij Ile Signal zien we inderdaad veel grote vissen. Het koraal kan niet tippen aan dat van Fiji. Maar het is hier wél mooi. En de schildpadden en ook dolfijnen die we af en toe zien in baaien vinden we ook geweldig.
We hangen nog steeds onze pannen buitenboord als "voorwas" tot genoegen van vissen
We liggen in Maa, een mooie, beschutte baai. We hebben op satellietfoto’s gezien dat we er in de buurt een dorpje ligt. We gaan naar de kant en proberen de weg er naartoe te vinden. We spreken een man aan, die in een tuin aan het werk is. Hij vertelt ons dat de dichtstbijzijnde winkel zo'n 25 km verderop is. Hij biedt ons aan om met ons naar het stadje te gaan, écht heel aardig. Onderweg zien we dat, wat we op de satellietfoto’s gezien hebben, allemaal “compounds" zijn, waar de Fransen wonen. Compleet met afgesloten hekken en bewaking. Veel Kanaaken wonen in traditionele “tribu's". Voor zover wij begrepen hebben, een soort gemeenschappen van “extended family “. In de buitenwijken van Noumea hebben we ook de nodige krotten gezien. Hier en daar zie je ook spandoeken met protesten tegen de “Franse onderdrukking “.
UitklarenVan internet gehaald, wij wilden ze niet fotograferen
We besluiten op woensdag 13 juli uit te checken, om op zaterdag 16 juli te kunnen vertrekken naar Australië. 14 Juli is het, net als in Frankrijk, een nationale feestdag. 15 Juli zijn enkele autoriteiten gesloten, evenals in het weekend. Je mag dus nu al op woensdag uitchecken. Zo lopen we door de stromende regen naar de portcaptain, een flink stuk buiten de stad. Vrijdag 15 juli zien we een verontrustend beeld verschijnen in de weermodellen: een enorm systeem met slecht weer ontwikkelt zich tussen Nieuw Caledonië en Australië, later in de week. Het is een enorm systeem, ter grootte van de hele oceaan tussenin beide landen. Dat ga je niet riskeren; we blijven dus liggen. Vanaf zondag 17 juli 12.00 uur zijn we illegaal in Nieuw Caledonië. We gaan niet weer de hele tocht langs de officials doen.
Auto huren en rondrijden
We besluiten voor een paar dagen een auto te huren. Hoewel vrijwel alles hier erg duur is, valt de prijs hiervan mee. We maken twee keer een dagtocht naar de andere kant van het vasteland (eigenlijk: grote eiland) en naar de punt. Leuk om gezien te hebben, best heel mooi en aardig tijdverdrijf. Wel zien we dat er, buiten Noumea, eigenlijk weinig tot niets te doen is qua toerisme of bedrijvigheid. Aan de noordkant van het eiland zie je wat meer Kanaakse invloeden; veelvuldig zien we de Kanaakse vlag en wegwijzers naar tribu's. Bijzonder dat in het hele land de wegwijzers tweetalig zijn: bovenaan de Franse benaming en daaronder de naam in het Kanaaks. Op de punt van het eiland zijn grote nikkelmijnen. Wát een verwoesting! Door onze tochten over ook wat modderige wegen is de huurauto niet erg schoon meer.
De nikkel fabriek |
Naar Australie
Na 14 dagen kunnen we dan eindelijk vertrekken. Over onze oceaanreis van Nieuw Caledonië naar Mackay in Australië heb ik een apart blog geschreven, wat gepubliceerd is op de website van dewereldwijven.com. We zullen het hier op ons blog ook nog een keer publiceren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten